Reizigersorganisatie TreinTramBus is verheugd over het hernieuwde engagement van alle Vlaamse regeringspartijen voor de realisatie van het Spartacusplan. Eerder deze week bereikten onderhandelaars van N-VA, CD&V en Open VLD een akkoord over het tracé van tramlijnen 1 en 2 in het centrum van Hasselt. Daarmee lijkt de laatste horde in dit dossier genomen. Tegelijk wijst TreinTramBus wel op een aantal nadelen in de tracékeuze, waarbij het treinstation niet bediend wordt.
“Allereerst beamen we dat deze doorbraak in het Spartacusdossier de mobiliteit in de provincie Limburg sterk ten goede zal komen”, zegt voorzitter Stefan Stynen. “Dankzij tramlijnen 1 en 2 wordt Hasselt vanaf 2024 snel, frequent en comfortabel bereikbaar vanuit Maastricht en Lanaken enerzijds, en vanuit Maasmechelen en Genk anderzijds. Na jaren van administratieve en juridische problemen, lijkt er eindelijk schot in dit dossier te komen.”
Toch heeft de reizigersorganisatie ook een aantal bedenkingen bij de uiteindelijke tracékeuze. Het oorspronkelijke tracé door de Heilig-Hartwijk wordt nu vervangen door een lusvormig tracé, waarbij de trams op de kleine ring blijven en het treinstation niet bedienen. De dichtsbijzijnde halte, aan het kruispunt met de Bampslaan, ligt op ongeveer 300 meter van het station.
“Het Spartacusplan omvat een netwerk van samenhangende tram- en buslijnen. De rittijden werden zodanig uitgekiend dat deze lijnen optimaal op elkaar aansluiten in een aantal knooppunten, met het station van Hasselt als belangrijkste knooppunt voor de hele provincie Limburg”, vervolgt Stynen. “Mobipunten, waar reizigers vlot kunnen overstappen tussen verschillende vervoersmodi, vormen ook de essentie van het decreet Basisbereikbaarheid dat de Vlaamse Regering de komende jaren zal uitrollen.”
De reizigersorganisatie roept de beleidsmakers daarom op om, bij de realisatie van de tramlijnen, in te zetten op vlotte aansluitingsmogelijkheden tussen trein, tram, bus en andere vervoersmodi. “Het gaat daarbij om geschikte overstapinfrastructuur met korte en duidelijke looproutes, maar ook om een afstemming van de dienstregeling en een integratie van tarieven over de verschillende modi heen. Dit zijn belangrijke hefbomen die de attractiviteit van het toekomstige tramaanbod verhogen”, concludeert Stynen.
 |